Moderne Griekse vertellingen

Foto: boek Moderne Griekse vertellingen.

“De leegloop van het platteland en de eenzaamheid en vervreemding van de moderne stadsmens; de zoektocht naar persoonlijke en Griekse identiteit; zinderende spanning en erotiek; rauw realisme en aangenaam absurdistische onzin; fantastische elementen, surrealisme en psychoanalyse; kleine poëtische miniatuurtjes en lange gelaagde vertellingen; het is maar een greep uit wat de lezer aantreft in deze bundel moderne Griekse verhalen.” Dat vermeldt de achterflap van het dikke boek dat ik afgelopen week las. En dat houdt een forse belofte in. 

Het dikke boek van maar liefst 714 pagina’s bevat 51 Griekse verhalen, De verhalen zijn uitgekozen en vertaald door Arthur Bot en Anna Dekker. In het voorwoord lees ik dat dit boek het eindproduct is van een vijf jaar durende, roerige tijd. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Uitgeverij Atlas deze bundel zou uitgeven. Maar toen het manuscript zo goed als gereed was, zag de uitgeverij er vanaf. Tot overmaat van ramp werd Anna Dekker, een van de twee auteurs, ernstig ziek en uiteindelijk zou zij in december 2012 overlijden. Uitgeverij Liverse uit Dordrecht besloot het boek toch uit te geven en het verscheen in 2013, opgedragen aan Anna. 

De verhalen zijn zeer divers en bestrijken een lange periode. Het oudste verhaal van Yórgos Vizyinós stamt uit 1883, het laatste uit de bundel is in 2008 geschreven door Konstandínos Poulís. NRC-correspondent en Griekenland-kenner Frans van Hasselt schreef ooit – in de jaren ’90 – dat Grieken geen geboren short-story vertellers zijn maar roman-schrijvers. Tijdens het lezen van de eerste 25 verhalen in deze bundel, moest ik vaak aan die uitspraak denken. Maar naarmate ik in het boek vorderde, en ik dus dichterbij de moderne tijd kwam, groeide mijn enthousiasme voor de verhalen.
Prachtig is het verhaal ‘De weeklacht van de zeehond’ van Aléxandros Papadhiamándis en geestig is ‘Een Grieks monster in London’ van Kóstas Tachtsís. Mijn favoriet is ‘De antieke fallus’ van Theódhoros Grigoriádhis over een dorpje in Macedonië waar een boer tijdens het ploegen een antiek beeld vindt. “… een naakte man, met van voren datgene wat iedere man heeft. En nog wel in een ongehoord stoutmoedige stand – dat wil zeggen: in erectie”. De vrouwelijke, vrijgezelle gemeentesecretaris Alíki ontfermt zich meteen over het beeld. Met alle gevolgen van dien.