Een Albanese geschiedenis

Foto: Drakolimni. Bron: http://www.dronestagr.am. Bericht: Een Albanese geschiedenis. www.andergriekenland.nlEen klein bericht in de Engelstalige Griekse krant Ekathimerini trok afgelopen vrijdag mijn aandacht: “Border guards rescue migrants lost in snow”. Het waren deze keer geen Pakistani, geen Afghanen, geen Somaliërs die Griekenland probeerden te bereiken. Het ging om een groep Albanezen. De mensen waren te voet vanuit Albanië de grens naar de Griekse provincie Epirus overgestoken met als doel de Griekse stad Kastoria. Zover zijn ze niet gekomen. Ze zijn gestrand, in de sneeuw, in het woeste Pindus-gebergte, bij een temperatuur van -10. Een van hen heeft met een mobiele telefoon hulp ingeroepen en uiteindelijk heeft de Griekse politie hen gevonden. In de groep bevond zich een zwangere vrouw en twee kinderen.

Het bericht riep herinneringen bij me op aan de zomer van 1995. Met mijn reisgenoot trok ik door diezelfde bergen. Dat waren totaal andere trektochten dan de wandelingen met routebeschrijvingen die ik in andere Europese landen had gemaakt. De Epiriotische bergen zijn hoog, onherbergzaam, woest. Kaarten van het gebied waren er destijds niet. Het enige dat we tot onze beschikking hadden, waren slechte kopiën op A-4 formaat uit het Griekse tijdschrift Korfes. De redactie van het tijdschrift had ze weer gekopieerd van het leger. De kaarten van de Epiriotische bergen waren ook nog eens sterk verouderd. De waterbronnen die waren aangegeven, stonden in veel gevallen droog. Oude paden waren overwoekerd of door aardbevingen en lawines verdwenen. We sliepen buiten, in een slaapzak, hadden geen tent, want onze rugzakken waren al zwaar genoeg, wogen zo’n 18 kilo. Eens in de 3/4 dagen bereikten we een dorp, waar we een hotelkamer namen, ons tegoed deden aan eten en drank, opnieuw proviand insloegen, waarna we weer verder trokken.

Het was fantastisch. Onderweg ontmoetten we af en toe een boer, een herder of een boswachter. Iedereen was even vriendelijk, maar waarschuwde ons voor de Albanezen. Die trokken sinds een paar jaar illegaal de grens over. Ontvluchtten in Albanië de armoede en gingen in Griekenland op zoek naar werk. Ze verplaatsten zich natuurlijk niet over de weg, maar namen dezelfde routes als wij. Op grote hoogte, want daar was geen politie te bekennen. Vaak ’s nachts, want dat was nog veiliger. Ze waren niet alleen op zoek naar werk, vertelde men ons, maar maakten zich ook schuldig aan diefstal, moord en verkrachting. We besloten onze tochten door te zetten, zo’n vaart zou het niet lopen. Toch sliepen we allebei wel met een groot zakmes uitgeklapt in de slaapzak.
Op een dag waren we vanuit het dorp Mikro Papingo verder geklommen en hadden we ons voor de nacht geïnstalleerd bij het Drako Limni of Drakenmeer. Dit meer ligt op 2000 meter hoogte, omgeven door bergtoppen. Er was geen mens te bekennen. Totdat er vlak voor de schemering in de verte bij het meer een kleine kolonne mensen opdook. Langzaam kwamen ze dichterbij. Vanuit de verte zagen we dat het om een groep mannen ging, zonder bagage. geen bergklimmers dus. Toen ze dichterbij kwamen, herkenden we ze als Albanezen. Ik sprak ze aan in het Grieks, dat bleken zij ook te beheersen. Ze waren te voet uit Albanië vertrokken en waren op weg naar de landbouwgebieden in de Thessalische vlakte, een tocht van honderden kilometers. Ze hadden in één hand een stuk brood, in de andere hand een pakje sigaretten, en verder niets. Uiteindelijk hebben we de halve avond met hen doorgebracht, onze meegebrachte whiskey en hun sigaretten delend. Ze vertelden over de armoede, het werk dat ze deden in Griekenland. Telkens opnieuw werden ze opgepakt, of tijdens hun tocht, of tijdens het werk. De Griekse politie bracht ze dan met busladingen tegelijk terug naar de Albanese grens, waar ze vervolgens meteen weer rechtsomkeert maakten.

Ik dacht dat dit verhaal geschiedenis was. Een bizarre persoonlijke herinnering, waarvan ik de context later thuis in Nederland kon nalezen in de kranten. Duizenden, honderdduizenden Albanezen hebben in die periode zo’n zelfde tocht gemaakt. Maar ik had inmiddels begrepen dat werkzoekende Albanezen tegenwoordig gewoon met de bus naar Griekenland komen en daar een tijdelijke verblijfsvergunning kunnen krijgen. De werkelijkheid is blijkbaar anders.

21 januari 2009