Geert Mak, Europa en Griekenland

Bericht: Geert Mak, Europa en Griekenland. www.andergriekenland.nlSchrijver en socioloog Geert Mak reisde in 1999 met een camping-bus een jaar lang door Europa. Hij wilde het continent in dat laatste jaar voor de millenium-wisseling bekijken en er verslag van doen. Tegelijkertijd was het een historische reis, zo schrijft hij: “Ik volgde letterlijk de sporen van de geschiedenis, door de eeuw en door het continent, beginnend in januari, bij de resten van de Parijse Wereldtentoonstelling en het bruisende Wenen, eindigend in december, bij de ruïnes van Sarajevo”.

Het resultaat van die fantastische reis is het in 2004 verschenen boek In Europa. Reizen door de twintigste eeuw. Nu, 4 jaar later, is de Griekse vertaling verschenen. Eind mei was Mak op de Thessaloniki Book Fair en op 28 mei was hij te gast bij het Nederlands Instituut Athene (NIA), waar historicus Angelos Avgoustidis met hem in debat ging.

Ik ben benieuwd wat de Grieken van het boek vinden. Ik las het zelf een paar jaar geleden tijdens een luie strandvakantie op Lesbos, waar het anderhalve kilo zware boek mij spierpijn in mijn armen bezorgde. Los van de schat aan informatie die Mak op de lezer loslaat (via zijn reis, de literatuur die hij bespreekt en de mensen die hij spreekt), is de conclusie weinig verrassend maar tegelijkertijd interessant. “Er bestaat geen Europees volk. Er bestaat niet één alomvattende gemeenschap van cultuur en traditie tussen Jorwerd, Vásárosbéc en Kefallonía, het zijn er zeker vier: de noordelijk-protestantse, de Latijns-katholieke, de Grieks-Orthodoxe en de moslim-Osmaanse”. En verderop: “En bovenal, er is in Europa maar heel weinig gedeelde historische ervaring.”


Als ik door Griekenland reis, valt mij vaak op dat Grieken over Europa praten als een entiteit die zich elders bevindt. Europa, dat is daarginds. De Europeanen, dat zijn zij daar verderop. Op vakantie naar Europa? Ja, dat staat dit jaar op het programma. Europa is ‘de ander’. In dat verband is het jammer dat Mak zo weinig pagina’s aan Griekenland wijdt. In hoofdstuk 8 ‘Augustus’ bezoekt hij het Kretenzische dorp Anogia, en even later vliegt hij naar het eiland Kefallonía (omdat het boek Kapitein Correli’s mandoline eind jaren ’90 zo’n bestseller was?). Op beide eilanden verhaalt hij over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat levert maar liefst 11 pagina’s op in een boek dat er in totaal 1223 telt. Wie kijkt dan nog vreemd op als een Griek Europa als ‘de ander’ beschouwt?

15 juni 2008