Griekenland wijst Macedonië de deur

Afgelopen week vond in de Roemeense hoofdstad Boekarest de NAVO-top plaats. Tijdens deze driedaagse conferentie zijn een aantal belangrijke besluiten genomen. Kroatië en Albanië mogen toetreden tot het Atlantisch bondgenootschap. Georgië en de Oekraïne hebben te horen gekregen dat ze weliswaar nog niet kunnen toetreden, maar dat een lidmaatschap op termijn zeker tot de mogelijkheden behoort. Er is overeenstemming bereikt over de missie in Afghanistan. Het anti-raketschild dat met name de Amerikanen in Midden-Europa wilden plaatsen, lijkt er ook daadwerkelijk te komen. De banden met Rusland zijn aangehaald. En Frankrijk, dat ruim 42 jaar niet deelnam aan de militaire operaties van de NAVO, zal vanaf nu ook weer militairen sturen en stelde verdergaande integratie binnen de NAVO in het verschiet.

Eén aspect bleef in de berichtgeving vrijwel onderbelicht. De voltallige NAVO heeft zich door één lidstaat laten weerhouden het derde Balkanland dat in de wachtkamer zat, toe te laten. Griekenland heeft namelijk zijn veto uitgesproken over de toetreding van Macedonië. Dat feit kan niet echt een verrassing zijn. Van tevoren hadden de Grieken al laten weten van hun vetorecht gebruik te maken, wanneer de regering van Skopje niet bereid zou zijn de naam van het land te wijzigen.

“Die rare Grieken met hun opgeklopte nationalistische sentimenten, met hun emotionele verzet dat gedoemd is om als een potsierlijk achterhoedegevecht de geschiedenis in te gaan”, tekende Volkskrant-journalist Paul Brill op 5 april op uit de reacties van een deel van de aanwezigen in Boekarest. Maar is dat een niet al te makkelijke reactie?

De kwestie gaat terug tot 1991. De voormalige deelrepubliek van Joegoslavië Macedonië besloot in navolging van Kroatië en Slovenië tot verzelfstandiging. Op 8 september 1991 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen en niet veel later diende de nieuwe regering een aanvraag in om lid te worden van de Verenigde Naties. Dit gebeurde onder de naam ‘Republiek Macedonië’.
 Griekenland was woest vanwege de oprichting van dit buurland met de naam Macedonië. Massa’s mensen gingen de straat op, met name in de hoofdstad van de Griekse provincie Macedonië, Thessaloniki. De Veiligheidsraad van de VN concludeerde dat er een serieus verschil van mening bestond en dat dit in het belang van de algemene vrede en veiligheid snel moest worden opgelost. De Algemene Vergadering van de VN besloot het nieuwe land om die reden weliswaar toe te laten, maar dit gebeurde onder een voorlopige naam: Former Yugoslavia Republic of Macedonia (afgekort FYROM). Griekenland en Macedonië kregen vervolgens de opdracht onder leiding van VN-bemiddelaars dit meningsverschil in het hart van de Balkan te beslechten en het land van een definitieve naam te voorzien.

De bezwaren van Griekenland zijn deels geopolitiek van aard. Macedonië is sinds de Eerste Wereldoorlog verdeeld. Ongeveer 40% ligt in de voormalige Joegoslavische deelrepubliek Macedonië, 50% in de Griekse provincie Macedonië en 10% in Bulgarije. De regering van Skopje beschouwt Grieks Macedonië als bezet of niet-bevrijd gebied en zou in de toekomst wel eens een claim kunnen gaan leggen op de Griekse provincie. Althans, dat beweert de Griekse overheid. Aspiraties tot hereniging van deze drie gebieden zouden worden gestimuleerd door het gebruik van de naam Macedonië.
De Grieken zijn dan ook van mening dat hun verzet tegen de naam een bijdrage is de stabiliteit in de Balkan-regio.
Wat zeker zo belangrijk is zijn de cultuur-historische aspecten van deze kwestie. De naam Macedonië is verbonden met de klassieke oudheid. Alexander de Grote, koning van Macedonië in de 4e eeuw voor Christus, was Helleens. De Griekse bevolking ziet Alexander de Grote als haar historisch figuur, als één van de hunnen. De Grieken zijn van mening dat de inwoners van hun buurland, die een Slavisch achtergrond hebben, zich de erfenis van Alexander onterecht proberen toe te eigenen.

Ondertussen laat Macedonië geen gelegenheid voorbij gaan de Grieken te treiteren, zo beweren de Grieken. Skopje gebruikt de ster van Vergina, het symbool van het antieke Macedonië, in de nationale vlag. De Witte Toren, symbool van de Griekse stad Thessaloniki, prijkt op een Macedonisch bankbiljet en herhaaldelijk circuleren er kaarten waarop de drie delen van Macedonië zijn samengevoegd met Skopje als hoofdstad.
In de afgelopen 16 jaar zijn verschillende pogingen ondernomen de twee landen met elkaar te verzoenen, tot nu toe zonder resultaat. Met het oog op de NAVO-top van begin april hebben beide landen de afgelopen maanden bijna continu overleg gevoerd om tot een vergelijk te komen. Onder leiding van de VN-bemiddelaar Matthew Nimetz zijn talloze namen over de tafel gegaan. Voor Griekenland bleek een samengestelde naam acceptabel, zoals bijvoorbeeld ‘Republiek van Nieuw Macedonië’. Een naam die duidelijk maakt dat de noorderburen geen aanspraak maken op Grieks grondgebied.
 Macedonië zelf wilde alleen akkoord gaan met ‘Republiek van Macedonië’, een naam die Griekenland op haar beurt weer onacceptabel vond. Voor de Grieken was ‘Republiek van Nieuw Macedonië’ daarentegen wel aanvaardbaar, maar de toevoeging ‘nieuw’ is voor hun noorderburen weer niet acceptabel.
In feite is Griekenland in al die jaren een eind opgeschoven. De Grieken zijn niet meer fel gekant tegen ‘Macedonië’, zolang er een bijvoeglijk naamwoord aan wordt toegevoegd om het te onderscheiden van de rest van de regio. “Greece has unilaterally gone more than halfway on the issue, closer to two thirds of the way, I would say, and we hoped FYROM would have started moving towards us by now. But they have not budged from their hard line. Not one inch”, schreef minister van buitenlandse zaken Dora Bakoyannis op 31 maart nog in een artikel in de International Herald Tribune.

Begin maart was in feite al duidelijk geworden dat de sympathie van de NAVO aan de kant van de Grieken lag. De eerste man van de NAVO, secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer, reisde in de eerste week van maart af naar Athene, waar hij onder meer sprak met premier Kostas Karamanlis, minister van buitenlandse zaken Dora Bakoyannis en president Papoulias. “Greece is an historic member of NATO, the aspiring nations are not members of NATO and that is a basic difference”, zo liet hij de pers na afloop weten.

In diezelfde periode maakte de Griekse regering al bekend desnoods gebruik te willen gaan maken van het vetorecht. “No solution means no invitation” liet Kostas Karamanlis keer op keer weten en ook Dora Bakoyannis herhaalde die zinsnede vele malen. Het voltallige Griekse parlement was die mening toegedaan. Toegeven aan de Macedoniërs zou vanwege de Griekse publieke opinie, politieke zelfmoord voor de regerende Nea Demokratia betekenen.
Het mag dan ook geen verrassing zijn dat het misliep voor de Macedoniërs afgelopen week. Toch reageerden de Macedonische afgevaardigden furieus. Vlak nadat de beslissing bekend werd gemaakt, keerde de voltallige Macedonische delegatie de sprekende Jaap de Hoop Scheffer de rug toe en verliet de top. Minister van buitenlandse zaken Antonio Milososki liet na afloop met ferme woorden weten: “We are Macedonians and our country is the Republic of Macedonia. And it will remain so forever.” Maar ook Bakoyannis toonde in bovengenoemd artikel in de IHT haar standvastigheid: “We cannot go any further. As long as the problem persists we cannot and will not endorse FYROM joining NATO or the European Union. No Greek government will ever agree to it. No Greek parliament will ever approve it.” Ondanks deze starre houding van beide zijden, moeten de ministers binnenkort toch weer om de tafel.

8 april 2008