De verkiezingen voor het Europees Parlement begin juni betekenden een groot verlies voor de sociaal-democraten. Dat gold voor heel Europa, behalve voor Griekenland. Daar vergaarde de Pasok 36,6 % van de uitgebrachte stemmen. Dat maakte de sociaal-democratische partij de grootste van het land. De regerende Nea Demokratia kreeg namelijk 32,3% toebedeeld.
In feite betekenden de verkiezingen een referendum over de populariteit van de zittende regering. De Griekse politiek heeft het laatste half jaar te maken gehad met een groot aantal kwesties van nationale aard: de rellen die afgelopen december uitbraken nadat een scholier werd gedood door een politieagent, de opstanden in de verschillende gevangenissen, de onrust over de enorme toevloed van illegale immigranten, en de almaar voortdurende ontevredenheid over het onderwijs. Naast deze lijst van probleemdossiers heeft de huidige regering te kampen met een groot aantal schandalen. De Griekse kiezer koos begin deze maand dan ook niet voor de kandidaat of partij die Griekenland het best kan vertegenwoordigen in Brussel, maar op basis van de nationale politieke situatie.
De Griekse kiezers gaven met deze uitslag te kennen op dit moment meer vertrouwen te hebben in de grootste oppositiepartij. Dit is niet nieuw. Iedere paar jaar vindt er een wisseling van de macht plaats tussen deze twee partijen. Telkens blijkt de regering de beloften niet waar te kunnen maken en kiest het volk daarna weer de ander van deze twee grootste partijen. Toch kan niet echt worden beweert dat links de grote winnaar is. De marginale winst duidt er niet op dat de kiezers zich massaal tegen de zittende regering hebben gekeerd. De echte winnaar is de ultra-nationalistische partij LAOS. Het acroniem LAOS staat voor Λαϊκός Ορθόδοξος Συναγερμός, wat zoiets betekent als ‘Volks Orthodox Alarm’. Tegelijkertijd betekent ‘LAOS’ in het Grieks ‘volk’.
De partij concentreert zich op issues als openbare orde en veiligheid, nationale identiteit en illegale immigratie. Ze bepleiten bijvoorbeeld het uitzetten van alle immigranten, inclusief de Albanezen. Gezien de bovengenoemde problemen van het afgelopen half jaar is dat een schot in de roos. In 2007 kreeg de partij al 3,8% van de stemmen, waarmee de partij met 10 zetels in het parlement kwam. Nu was dit percentage gestegen tot 7,14% van alle stemmen. Als de zittende partijen Pasok, Nea Demokratia en ook de KKE en SYRIZA zich niet als de weerga gaan bekommeren om een heldere stellingname in bovengenoemde kwesties, is de kans groot dat de aanhang van LAOS bij de komende lokale verkiezingen in 2010 weer verder stijgt. “Inertia no longer an option”, schreef politiek commentator Alexis Papachelas van de Ekathimerini afgelopen week dan ook.
De regering Karamanlis heeft die boodschap natuurlijk ook al begrepen. Minister van Binnenlandse Zaken Prokopis Pavlopoulos was er als eerste bij: hij meldde een paar dagen na de verkiezingen dat er harder zou worden opgetreden tegen mensensmokkelaars. Dit is nog maar het begin. Het gevaar voor populistische rechtse praat ligt op de loer.
22 juni 2009