Vlaktes in het landschap zijn in het verleden vaak het toneel van veldslagen geweest. Denk aan Napoleon’s Slag bij Austerlitz, Waterloo of de Vlakte der Kruiken in Laos. Vlaktes of plateau’s bieden de gelegenheid duizenden soldaten bij elkaar te brengen en materiaal aan te voeren. Dit geldt ook voor de Thessalische vlakte. Deze vlakte was ooit een binnenzee, omringd door bergen. De zee is miljoenen jaren geleden verdwenen, en wat er achterbleef was een gebied dat door de Grieken zelf ook wel O Kampos, de Vlakte, wordt genoemd. Het gebied vormt het hart van de huidige regio Thessalië.
Eind 19e eeuw was Thessalië het strijdtoneel van de Grieks-Turkse oorlog. Een aantal decennia daarvoor was het verzet van de Grieken tegen het Ottomaanse regime losgebarsten. Het jaar 1821 markeerde de officiële start van de opstand. Gaandeweg werden de Turken verdreven uit de Peloponnessos en een deel van het vasteland. Dit bevrijde gebied werd in 1830 officieel erkend en tot zelfstandige republiek verklaard. De rest van het huidige Griekenland, waaronder Thessalië, was destijds nog deel van het Ottomaanse rijk. In de loop van de 19e eeuw werden steeds meer regio’s heroverd en bij de republiek gevoegd.
Begin 1897 brak de strijd uit op Kreta. Lang duurde deze niet; de Europese mogendheden grepen in en verklaarden Kreta tot internationaal protectoraat. Het Griekse leger verlegde daarna haar aandacht naar het vasteland. De grens van beide rijken lag op dat moment in Thessalië. Inmiddels hadden de Turken ongeveer 60.000 man onder leiding van Edhem Pasha samengebracht op de Thessalische vlakte, de Grieken stuurden een leger van 40.000 zielen naar het front. Op 18 april 1897 werd in Athene door beide partijen de oorlog verklaard. De strijd die uitbrak, werd vanwege de duur later de Dertig Dagen Oorlog genoemd en raakte ook bekend als de Zwarte 97.
De Britse krant The Times had een paar weken daarvoor de journalist Clive Bigham gevraagd deze oorlog te verslaan. Hij vertrok op 22 maart naar Thessaloniki en reisde van daaruit naar het front bij het Thessalische dorp Elassona. Bigham verbleef vervolgens een groot aantal weken in het gebied en deed vanuit de Turkse zijde verslag van de oorlog. Na afloop publiceerde hij het boek With The Turkish Army in Thessaly. Daar waar de meeste Europese mogendheden zich inmiddels pro-Grieks toonden, brak Bigham een lans voor de Turken. Hij waarschuwde in zijn boek dat de berichtgeving in de Europese kranten gekleurd sterk was, waarbij het gelijk van de Grieken werd benadrukt en de slechtheid van de Turken centraal stond.
De afgelopen jaren heb ik veel gelezen over de Griekse onafhankelijkheidsstrijd. Boeken van voornamelijk historici die op basis van archief-onderzoek het verloop van de onafhankelijkheidsstrijd beschreven en analyseerden. Ooggetuige-verslagen van mensen die meer dan 100 jaar geleden aanwezig waren bij deze oorlog heb ik niet eerder gelezen (afgezien van het werk van Lord Byron, die zich in Mesolonghi bij de Griekse strijders voegde).
Het boek van Bigham brengt de gebeurtenissen heel dichtbij. De oorlogscorrespondent beschrijft minitieus de tactiek van het Turkse leger, de manschappen, de organisatie, de kleding en de wapens. “The horses were mainly from Asia Minor, and averaged 14’3 to 15 hands; they were well looked after and fed, and even were, if anything, a bit too fat…”, zo schrijft hij. Alhoewel de journalist gast is aan de zijde van de Turken, beschrijft hij ook het Griekse leger. en daar is hij minder enthousiast over: “The technical arms were poor, the reserves of ammunition ludicrously small, and the arrangements for supply, transport and telegraphing distinctly bad.” Het boek bevat niet alleen tekst. Bigham maakte ook tekeningen waarin hij de posities van de twee legers schetste. Via deze tekeningen kun je min of meer zien hoe de strijd verliep en dat de Grieken gaandeweg werden teruggedrongen door de Turken. Ook zijn er een aantal foto’s opgenomen, waarop de manschappen omringd door rookpluimen te zien zijn.
Bigham vertrok op de avond van 22 mei weer richting huis. Drie dagen daarvoor was er een wapenstilstand tussen beide partijen getekend. Op 29 mei was hij weer in Londen, “… after a very interesting ten weeks’ excursion”.
7 augustus 2009