Komende zomer bezoek ik een deel van Macedonië en Thracië, de twee meest noordelijk gelegen Griekse provincies. Over Thracië schreef ik op 15 april al in het bericht Terra Incognita: Thracië.
Thracië is misschien wel de minst bekende, minst bezochte regio van het hele land.
Ook ik wist niet heel veel meer over deze regio dan een aantal globale kenmerken: dat Thracië een arm gebied is met van oudsher veel tabaksplantages en een bevolking die voor een groot deel uit moslims bestaat. Dat er veel bijzondere natuurgebieden zijn die ernstig worden bedreigd door milieuverontreiniging en dat de poreuze grens door veel vluchtelingen wordt gebruikt om Europa te bereiken. Reden genoeg om bij te lezen.
De afgelopen weken heb ik geprobeerd zo veel mogelijk te vinden van datgene wat in de Nederlandse, Duitse en Engelse taal over deze regio is verschenen. En dat is helaas niet veel.
Ook blijken veel publicaties niet objectief. Veel van het geschrevene blijkt als het ware besmet door de ingewikkelde politiek-maatschappelijke situatie waarin Thracië zich bevindt. Een situatie waarmee de Griekse overheid al decennialang worstelt. Allereerst is er de gemeleerdheid van de Thracische bevolking. Er wonen hier namelijk niet alleen Grieken, maar ook veel moslims, zigeuners, Pontiërs, Pomakken en Sarakatsani. Thracië is daarmee waarschijnlijk de meest heterogene regio van het hele land. Een lastige kluif voor een regering die de Griekse nationale identiteit hoog in het vaandel heeft staan en het bestaan van minderheden grotendeels ontkent.
Daarnaast leidt het feit dat Thracië wordt begrensd door Bulgarije en Turkije, tot Griekse kopzorgen. Zo bestond er lange tijd vanwege de problematische relatie met buurland Turkije en de houding ten opzichte van het (voormalig) communistische Bulgarije een Griekse angst voor irredentistische bewegingen vanuit deze buurlanden. En dat had weer gevolgen voor de houding van de overheid ten opzichte van de bevolkingsgroepen die via taal en/of religie aan Turkije of Bulgarije gerelateerd konden worden. De pogingen tot hellenisering via taal, cultuur en religie, zoals de overheid ze toepaste op de Macedonische minderheid in een ander deel van het land, zijn ook deze minderheden helaas niet bespaard gebleven.
Deze gecompliceerde situatie heeft invloed op de literatuur die ik op het spoor kwam. In de Koninklijke Bibliotheek vond ik bijvoorbeeld een kleine stapel publicaties van Griekse en internationale wetenschappers over de diversiteit van de huidige Thracische bevolking. De vuistdikke dissertatie van de Noorse filosoof Vemund Aarbakke getiteld The Muslim Minority of Greek Thrace uit het jaar 2000 is heel zorgvuldig. Maar boeken met titels als The drama of the Moslem Turkish Minority in Western Thrace en The ethnic character of Western Thrace according to Greek official testimonies geven iets weer van de controverses over dit thema.
Verder zoekend naar informatie over mijn Terra Incognita, stuitte ik – afgezien van al deze boeken over de bevolkingssamenstelling – ook nog op een aantal boeken over een totaal ander aspect: het antieke Thracië. Het Thracische volk leefde van ongeveer 3500 tot 500 voor Christus. De antieke Thraciërs bewoonden niet alleen de huidige Griekse regio Thracië, maar ook het daaraan grenzende gebied dat nu deel uitmaakt van Bulgarije en Turkije. Lange tijd was er weinig bekend over de Thraciërs, maar met name in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn er veel archeologische opgravingen gedaan en kwamen historici en archeologen op die manier meer te weten over dit antieke volk. In de jaren ’80 was er zelfs een tentoonstelling in het Museum Boymans van Beuningen getiteld Het goud der Thraciërs. Helaas voor de Grieken zijn tot nu toe de meest bijzondere opgravingen gedaan op Bulgaars grondgebied, zodat deze buren vaak met de Thracische eer gaan strijken.
Maar was er meer te vinden over Thracië dan enerzijds de boeken over de bevolkingssamenstelling en anderzijds de werken over de antieke Thraciërs? Bij antiquariaat Frans Melk vond ik het Engelstalige 415 pagina’s dikke boek Thrace. De afzonderlijke hoofdstukken zijn geschreven door Griekse wetenschappers. Zij beschrijven de verschillende historische, taalkundige, geografische en culturele aspecten van Thracië. Maar ook dit boek blijkt niet objectief, met name als het gaat om de teksten waarin de status van de minderheden en het overheidsbeleid op dat gebied worden besproken. Het boek is uitgegeven door het General Secretariat of the Region of East Macedonia-Thrace, door de overheid dus. Het is in feite een soort promotionele uitgave. Nu begrijp ik ook de tekst op de laatste pagina: ‘This publication is not for sale’.
Tot slot: een kaart van het gebied had ik al een tijdje in bezit. Vreemd genoeg roept ook deze kaart vraagtekens op. Als ik de kaart volledig uitgeklapt op de grond uitspreid, blijkt 3/4 van het in kaart gebrachte gebied te bestaan uit Turks grondgebied. Terwijl deze kaart is uitgebracht door de Griekse uitgever Road. Opmerkelijk.
25 mei 2009