Een autobiografie van Patrick Leigh Fermor gaat er niet meer komen. De schrijver is nu 93 jaar oud en hij werkt nog steeds aan het derde deel van de beschrijving van zijn wandeltocht van Hoek van Holland naar Istanbul. Een wandeltocht die hij zo’n 75 jaar geleden maakte, in zijn eentje. Deel 1, getiteld A Time of Gifts, verscheen in 1977 en het tweede deel, Between the Woods and the Water, werd in 1986 gepubliceerd. Sindsdien wachten zijn fans op deel 3. De boeken behoren tot de beste reisliteratuur en hebben PLF wereldberoemd gemaakt.
Gelukkig is er nu wel In tearing haste, een verzameling brieven die PLF en zijn vriendin Deborah Devonshire elkaar de afgelopen 50 jaar schreven. Zij ontmoetten elkaar voor het eerst in 1940. Hij had zijn sporen verdiend in de Britse inlichtingendienst, zij stond op te punt te trouwen met Andrew Cavendish, een huwelijk dat haar de titel hertogin van Devonshire deed toekomen. Ze raakten in de jaren ’50 echt bevriend en begonnen destijds ook met het schrijven van brieven. DD vanuit de verschillende kastelen die de familie in eigendom heeft, PLF vanuit verschillende adressen: zijn huis in Londen, plaatsen waar hij tijdens zijn reizen verbleef, of vanuit één van de vele huizen van vrienden verspreid over Europa. In totaal zijn er zo’n 600 brieven bewaard gebeven, en dit boek biedt een selectie uit die enorme hoeveelheid.
Vanaf midden jaren ’60 staat er boven de brieven van PLF ‘Mani’ en dat is precies de reden dat ik op zijn spoor kwam. Jaren geleden zwierf ik tijdens een vakantie gedurende een aantal weken door de bergen van de Mani, het woeste gebied in het zuiden van de Peloponnessos. In het dorpje Kardamyli rustte ik een paar dagen uit van een zware tocht naar de top van de Profitis Ilias. In het dorp kocht ik bij de plaatselijke boekhandel/sigarettenwinkel het boek Mani. Travels in the Southern Peloponnese. Het bleek een van de beste boeken die ik ooit over Griekenland heb gelezen en was geschreven voor dezelfde PLF. Het toeval wilde dat de schrijver daar ook nog bleek te wonen, net buiten het dorp in een baai met de naam Kalamitsi. De boekhandelaar wist me te vertellen dat O Michalis, zoals hij door de Grieken werd genoemd, er niet was, maar op dat moment in London verbleef.
In tearing haste bied mij een inkijkje in het leven van PLF. Zijn vele reizen, de bergtochten door Griekenland en de Pyreneën die hij maakte, de bouw van zijn huis in de Mani, de vele vrienden die hem daar bezochten. En er komt nog steeds informatie bij, want – zo staat in de laatste zin van het boek te lezen – “When this volume went to press, the two correspondents, aged eighty-eight and ninety-three, were still keeping a lively exchange of letters.”
29 december 2008