Met de trein op bezoek

Foto: Zefyri. Bericht: Met de trein op bezoek. www.andergriekenland.nlDe meeste Atheense zigeuners wonen aan de rand van de stad, in de wijken Ano Liossia en Zefyri. Eigenlijk wil ik daarheen, kijken hoe het daar is, hoe ze wonen. Maar ik ben hier alleen, en ik ben een vrouw. Dus dat kan niet. Denk ik. En betreur ik.

Afgelopen zaterdag bedacht ik een tussenoplossing. Er blijkt een trein door deze wijken te rijden. Het is de trein die vertrekt vanuit station Larissa en dan via deze noordwestelijk gelegen stadswijken naar Korinthe op de Peloponnessos rijdt. Als ik nu gewoon een retourtje Korinthe koop, rijd ik op een veilige manier dwars door de zigeunerwijken. Het voelt weliswaar een beetje als aapjes kijken, maar ik kan geen betere manier bedenken.

De trein rijdt eerst nog even naar de dure wijk Kifissia, maar volgt dan de nieuwe rondweg, de Attiki Odos, naar het westen. Station Ano Liossia volgt al snel. Ik zie normale appartementenblokken, van ongeveer 3 etages hoog, zoals die in heel Athene zijn gebouwd. Vanuit de trein zie ik in de straten zigeuners zitten en lopen. Geen kampen, geen tenten, geen krotten te zien. De wijk ligt aan de rand van de stad, in feite aan de voet van het Parnitha-gebergte, is ruim opgezet, met veel open plekken en hier en daar een boom. Een veel prettigere woonomgeving dan sommige dure wijken in de binnenstad, gek genoeg. Hier kun je wel je auto kwijt, kunnen je kinderen op straat spelen en heb je ruimte om een moestuin aan te leggen.
Een kwartier later, bij het dorp Megara, besluit ik uit te stappen en met de volgende trein terug te keren naar Athene. Zijn alle berichten over Ano Liossia nu sterk overdreven of heb ik tijdens mijn treinrit gewoonweg niet genoeg gezien? Met die vraag in mijn hoofd keer ik terug naar mijn hotel.

Vandaag lees ik in het boek Facing Athens dat de Griekse journalist George Sarrinikolaou een zelfde soort exercitie heeft ondernomen. In het hoofdstuk Outside Paradise beschrijft hij dat hij de bus naar Ano Liossia neemt, maar niet uit durft te stappen. Hij blijft in de bus zitten, en deze keert weer terug naar het centrum van Athene. De volgende dag wint zijn nieuwsgierigheid het van zijn twijfels, en gaat hij opnieuw. Het lijkt reuze mee te vallen. Vanuit het bushokje schrijft hij: “From here, the area looks like any of the working-class neighborhoods I have passed en route. Zefyri does look poor and isolated, but the neighboorhood is really no different from many others I have seen.” Na een rondje door de wijk te hebben gemaakt, denkt hij na over de wildness van Zefyri waar iedereen hem voor had gewaarschuwd en schrijft hij: “… it is Zefyri’s social and economic marginality that invests the place with a sense of wildness. Is such an environment, people break the rules, Gypsies build homes and people sell and buy drugs. Or, more to the point, they survive by emulating the same unfettered development and by adhering to the same market rules that shape the rest of the city. And that is truly wild.”

1 april 2008