Romiosyni, Yiannis Ritsos’ ode aan de Grieksheid

Foto: Yannis Ritsos. Bron: toepaper.gr. Bericht: Romiosyni, Ritsos' ode aan de GRieksheid. www.andergriekenland.nl“Deze bomen herleven niet met minder hemel. Deze stenen herleven niet onder vreemde voetstappen. Deze gezichten herleven alleen in de zon. Deze harten herleven alleen in gerechtigheid. Dit land is hard als de stilte.”
Zo begint het gedicht Romiosyni van Yannis Ritsos. De dichter, geboren in 1909 in het prachtige dorp Monemvasia, schreef dit in de jaren 1945-1947, ten tijde van de Griekse burgeroorlog. Ritsos was destijds actief aan de linkerzijde van de strijd, voor de ELAS, de communistische verzetsbeweging. Lang bleef zijn verzetswerk niet ongestraft: hij werd in 1948 opgepakt en bracht een aantal jaren door in verschillende kampen, waaronder het beroemde deportatie-eiland Makronissi. Daar had de regering een ‘heropvoedingskamp’ opgericht voor de communistische Grieken. Ook Mikis Theodorakis werd in die periode op dit Attische eiland gevangen gezet.

Het gedicht is een hymne aan de doden van het verzet en de burgeroorlog. Het is een treurige tekst: “Zoveel jaren al hebben ze honger, hebben ze dorst, sneuvelen ze, belegerd door land en zee”, maar straalt ook trots uit: “Ja, het is waar, de handen van de geketende doen pijn in hun boeien, maar zijn wimpers bewegen als een rots die zich gaat losmaken van zijn bittere ogen”. En het is een politiek gedicht, dat als het ware oproept tot verzet: “Elke morgen komt er een bode uit de grote vallei. Op zijn gezicht glimt de bezwete zon. Onder zijn oksel klemt hij het Griekse volk, zoals de arbeider zijn pet in de kerk. Het uur is gekomen, zegt hij. Houdt u klaar. Voortaan is elk uur het onze.”
Het gedicht had destijds betrekking op de burgeroorlog van de jaren ’40, maar zou ook in de periode van de militaire junta (1967-1974) een symbool blijven voor de Grieksheid en het verzet. ‘Romiosyni’ betekent dan ook letterlijk Grieksheid. De ‘oergriekse zichzelfheid’, zoals de Belg en Griekenlandkenner Guido Demoen het ooit noemde.
Jaren later, in 1965, zette niemand minder dan Mikis Theodorakis Romiosyni op muziek. Hij verwerkte het gedicht in 9 liederen. Hij zong het vele malen zelf, maar het werd ook uitgebracht door grote musici als Grigoris Bithikotsis en Giorgos Dalaras.

Dit jaar wordt de honderdste geboortedag van Ritsos gevierd. Dat gebeurt ook hier in Nederland, met een concert van Giorgos Dalaras en Maria Farandouri in Carré. Op het programma staan de liederen die Theodorakis op basis van Ritsos’ gedichten heeft gecomponeerd. Ook Romiosyni zal daarbij te horen zijn. Ik herlees het gedicht, open een fles retsina en draai de cd, in de uitvoering van Bithikotsis.

27 juni 2009