Het beste van twee werelden.

Foto: het echtpaar De Blok op Kreta.

* 25 maart 2017 *

«Waar de Grieken zelf zitten, daar moet het goed zijn»

Henny en Diana de Blok raken niet uitgepraat. Om de beurt vertellen ze me enthousiast over de aankoop van hun huis op Kreta, de aanloop daar naartoe en hun vele vakanties op het prachtige eiland. Er valt geen enkele stilte en voor ik het weet, zit ik twee uur op de bank in hun gezellige huis in het idyllische Belgisch Park in Scheveningen.

Zoals zovelen droomden zij al jaren van een huis in het buitenland. Maar daar ging heel wat aan vooraf. Diana ging eind jaren ’60, op 18-jarige leeftijd, voor het eerst met een vriendin naar Griekenland. Op het eiland Rhodos vierde ze een geweldige vakantie. Een paar jaar later bezocht ze Athene, en nam ze de boot naar het eiland Hydra. «Het beviel zo goed dat ik na twee weken bij de plaatselijke hostess nog een weekje bijboekte. Alleen… mijn familie stond nietsvermoedend op Schiphol om me af te halen». Het door haar verstuurde telegram met de boodschap dat ze een week langer zou blijven, was nog niet aankomen (of zou nooit aankomen). Pas bij terugkomst in Nederland begreep ze hun zorgen: het was de week van de studentenopstand tegen de junta in het najaar van 1973.

Niet lang daarna trouwde ze met de Utrechtse docent Henny, ze kregen samen een zoon en een dochter en in de jaren daarna hadden het allebei druk met werk en gezin. 12 jaar na dat eerste bezoek aan Rhodos, besloten ze samen naar Griekenland af te reizen. De bestemming was het kleine dorpje Aghia Pelagia op Kreta. Daarna volgden vele reizen naar Spanje, Frankrijk, Portugal en andere landen. Ook Griekenland bleef op de agenda staan; ze bezochten Corfu, Samos en bezochten ook Kreta weer opnieuw.

Langzaam ontstond de droom om een tweede huis te kopen, in een van die landen, daar aan de Middellandse Zee, met dikke witte muren, oleanders in de tuin, te midden van een olijfgaard, en de heuvels en de zee op loopafstand.

Gaandeweg werd die droom steeds realistischer. Toen Diana in 2006 een exemplaar van Griekenland Magazine kocht en een advertentie zag met foto’s van huizen op Kreta, dacht ze terug aan de geuren en kleuren van Griekenland. En toen ging het ineens heel snel. Op vakantie in Rethymnon werd via Elxis een afspraak gemaakt met een lokale project-ontwikkelaar, ze bekeken verschillende percelen, raakten enthousiast en een paar maanden later al werd de knoop doorgehakt: de keuze viel op een prachtig perceel in Loutra.

De periode daarna was nog wel spannend. Na het tekenen van het contract leek er lange tijd niets te gebeuren. Henny deed zijn aanbetaling weliswaar, «maar gebouwd werd er niet», zo vertelt hij. De vreselijke verhalen die weleens de ronde doen over de aankoop van een tweede huis spookten van tijd tot tijd door zijn hoofd. Dat bleek volledig onterecht. De project-ontwikkelaar begon eind 2006 met de bouw, stuurde regelmatig foto’s en verhalen over de voortgang en uiteindelijk werd hun paradijs in februari 2008 opgeleverd.

Het huis bevindt zich aan de noordkant van Kreta, net buiten het dorpje Loutra, niet ver van de stad Rethymnon. Het is een middeleeuws dorpje, waar de inwoners leven van de teelt van olijven en druiven, en mensen schapen en geiten houden.

Het huis heeft drie slaapkamers, twee badkamers, een grote tuin en een zwembad. Groot genoeg voor de ontvangst van kinderen en (inmiddels) kleinkinderen. En die tuin is een verhaal apart. Henny en Diana laten mij foto’s zien van de aanblik van de tuin bij oplevering. Toen was alles nog volledig kaal. Op de foto een jaar later blijkt het al vol te staan met bloemen en planten, en anno 2017 moet er bij iedere komst flink gekapt en gesnoeid worden. Op de laatste foto’s lijkt wel alsof de bomen en planten er al decennialang staan.

Ondanks de onvermijdelijke aanbouw van andere huizen in de directe omgeving, wordt het huis van het echtpaar nog steeds omgeven door glooiende olijfgaarden, akkers en wijngaarden. «Regelmatig komt de buurman, een lokale boer, langs met een zak van eigen oogst. Granaatapppels, sinaasappels, druiven, appels» vertelt Henny. «Hij hangt de spullen gewoon aan het hek als we er niet zijn». En soms krijgen ze raki, want ook deze lokale drank wordt door vele buurmannen zelf gestookt.

Inmiddels kent het koppel vele mensen uit de buurt, Grieken en buitenlanders met een tweede huis. Het liefst maken ze samen – of met hun gasten – wandelingen door de heuvels, strijken ze ergens neer bij een plaatselijke taverne en eten ze daar wat de pot die dag schaft. «Want waar de Grieken zelf zitten, daar moet het goed zijn» is hun terechte adagium. De echte toeristen-enclaves hebben niet hun voorkeur, die worden veelal gemeden. Wel gaan ze ook regelmatig naar het strand, en dan vooral om tijdens een wandeling alle plastic, aangespoelde touwen en andere rommel mee te nemen. Ooit zagen ze op het strand een enorme aangespoelde Caretta Caretta schildpad, verstrikt geraakt in een kluwen touw en daardoor verdronken. Die aanblik vergeten ze nooit meer en sindsdien dragen ze hun steentje bij aan het opruimen van het aangespoelde zwerfvuil.

Tegenwoordig, sinds Henny’s pensionering, gaan ze zo’n drie keer per jaar naar Kreta, en telkens verblijven ze er een paar weken tot een paar maanden. Tussendoor, in Scheveningen, genieten ze van de gezelligheid met vrienden, kinderen en kleinkinderen, én van theater en film. «Maar vanavond maakt ik wel stifado», zegt Diana, «en draaien we Griekse muziek». En spreken ze allebei de wens uit dat dit mooie leven nog heel lang mag voortduren. En daar heffen we met z’n drieën een glas raki – meegebracht in plastic fles uit Loutra – op.

Dit artikel verscheen in Griekenland Magazine, lente 2017.